Er is een directe wisselwerking tussen wie wij denken te zijn, hoe we ons voelen en functioneren én de wereld om ons heen. We zijn, in onze gevoelens van eigenwaarde, afhankelijk van wat we uit de buitenwereld aan erkenning vinden. We proberen dan ook steeds om alles zo goed mogelijk te doen. Want we willen dat ‘het’ werkt. We willen macht en controle willen hebben over ons eigen leven. Maar is dat mogelijk?

Evolutie

We zagen het eerder: wij mensen beschikken over een innerlijke motivatie, een innerlijke drang tot evolutie, tot groei en ontwikkeling. We zien al bij jonge kinderen hoe trots ze zijn en blij als ze iets kunnen. En het is dan vooral belangrijk dat de ouders dat zien en waarderen.
Als deze innerlijke drang tot ontwikkeling wordt aangespoord, worden de cellen in het motivatie- en beloningsnetwerk, in het centrum van ons brein, geactiveerd. Ze geven dopamine af. Dopamine wordt ook wel het beloningshormoon genoemd. Dopamine geeft ons een tevreden gevoel. Hoe groter de ambitie, hoe meer neurale activiteit er diep in de hersenen wordt opgestookt. We worden als het ware fysiek voortgestuwd om te slagen.

Onze innerlijke drang tot evolutie, tot groei en ontwikkeling, zoekt bevestiging in de buitenwereld

Deze intrinsieke motivatie, de behoefte om iets te doen vanwege het gevoel van competentie en voldoening, zoekt bevestiging in de buitenwereld. Want er is een behoefte om gezien en erkend te worden, een behoefte aan waardering. Als we iets presteren waar de wereld helemaal niet op zit te wachten, dan neemt de aanmaak van dopamine weer af. Dan voelen we ons niet langer erkend; we horen er niet meer bij. Dat wat de buitenwereld waardeert, dat willen we ook realiseren, dat is waar we naar streven.
Zo bouwen we, in wisselwerking met de omgeving, een ‘eigen' leven op. Een leven dat we onder controle hebben, waar we macht over hebben, een leven dat van ons is. We willen een leven dat ‘werkt’. Helaas lukt voor steeds meer mensen niet meer.

De mythe van de groei

Als we kijken naar de richting die de evolutie in de laatste eeuwen heeft ingeslagen, als we kijken naar groei en ontwikkeling, dan zien we een grote toename in welvaart en in technologische kennis. Ze heeft ons veel gebracht en ze heeft bijgedragen aan grote vooruitgang.
Dit alles zou moeten leiden naar meer welzijn en geluk. Maar is dat zo? We krijgen er 1,5% koopkracht bij: het kabinet is helemaal enthousiast want als er iets moet groeien is het de economie. Geld, is de idee, maakt gelukkig. Want geld is macht. Evolutie lijkt samen te vallen met economische groei, met technologische vooruitgang en toename van wetenschappelijke kennis. Zo verkrijgen we steeds meer macht en controle over het leven.

Evolutie lijkt samen te vallen met economische groei

Maar terwijl de economie groeit en de verscheidenheid in mogelijkheden nooit groter was, zijn er veel nieuwe maatschappelijke problemen ontstaan. Steeds meer mensen vallen uit de boot. Evolutie verkrijg je niet alleen door de economie alsmaar gelaten groeien. Evolutie betekent meer.

De behoeftenpyramide

In de tweede helft van de vorige eeuw ontstond er een stroming in de psychologie die zich bezig hield met evolutie, groei en ontwikkeling, met de behoeften van mensen. In deze stroming staat de mens centraal. Hier is geen sprake van metingen en controle, er wordt niet gerekend in producten en in opbrengst, iets wat in de huidige psychologische hulpverlening grote thema’s zijn. .
Het is de humanistische psychologie, waarvan Abraham Maslow de vader is. In de jaren zestig van de vorige eeuw stelt hij in zijn "A Theory of Human Motivation”, dat elk mens een bepaalde opbouw van behoeften kent. Zo ontstond de zogenaamde  behoeftenhiërarchie, ook wel behoeftenpyramide genoemd:

Transcendentale behoeften
Zelfactualisatie, zelfverwerkelijking
Erkenning; zelfbeeld, reputatie, zelfrespect
Sociale behoefte: erbij horen, saamhorigheid, liefde
Bestaanszekerheid: behoefte aan lichamelijke veiligheid
Fysieke basisbehoeften; eten, drinken, ademhaling, kleding, onderdak, beweging sexualiteit

De basisbehoeften worden gevormd door alles wat ons bestaanszekerheid geeft: voedsel, kleding, onderdak en lichamelijke veiligheid. En economische groei bevredigt deze behoeften. Als aan deze behoeften is voldaan, ontstaat er ruimte voor verdere ontplooiing.
Echter in onze cultuur zien we dat economische groei ook de ‘hogere’ treden op de pyramide moet bevredigen. We hebben een zekere mate van rijkdom, een zekere mate van ‘het goed doen’, nodig, om erkenning en daarmee een positief zelfbeeld te krijgen. Zo ontstaat er een breed streven naar meer inkomen en een betere baan, een mooier huis.

Dat wat zorgt voor de basisveiligheid, moet in onze westerse samenleving ook de sociale behoefte bevredigen en erkenning bieden.

Dit alomvattende en tegelijkertijd zeer beperkende streven, is gerelateerd aan een bepaald mensbeeld. Het is het mensbeeld van de rationele, weldenkende, emoties en instincten onder controle hebbende, mens.

De droom van de Rede

Het is de veelzeggende titel van een boek van C.I. Dessauer, beter bekend onder de naam Andres Burnier. In de ’Droom van de Rede’ onderzoek Dessauer de geschiedenis en toont ze aan hoe het mensbeeld in de loop van de millennia steeds verder is verschraald. De toenemende nadruk op de ratio en het denken, heeft andere menselijke aspecten verdrongen.
Het begon, zo schreef ik eerder, in de Griekse cultuur waar het denken boven het voelen en de geest boven het lichaam werd verheven. Het was een behoefte het leven op aarde onder controle te krijgen. Het zijn normen en waarden in die tijd ontstaan die de achtergrond vormen van de normen en waarden in onze tijd.

Het denken werd boven het voelen en de geest boven het lichaam verheven.

In de 17e eeuw en 18e eeuw kregen deze waarden nieuwe betekenis. Het denken nam een grote vlucht. De woorden van Descartes: ‘Ik denk dus ik besta’, zijn legendarisch. Samen met de technologische ontwikkeling in de eeuwen daarna, lijkt het erop dat we met het denken alles onder controle kunnen hebben. Lijkt, want de waarheid haalt ons in.

Een illusie

Controle is een illusie. Steeds meer mensen doen een beroep op de geestelijke gezondheidszorg en het aantal mensen dat met een burn-out thuis zit, neemt toe. De maatschappelijke en sociale druk is groot, ontspanning wordt lastiger. Er ontstaat een verslaving aan sociale media en gamen en last but not least is er het klimaat, Aarde zelf.
Aan een eenduidige, exorbitante groei hangt een prijskaartje. Het mensbeeld van een rationele, alles onder controle hebbende mijnheer, dat nog steeds leeft in de hoge echelons van het bedrijfsleven, de politiek, de zorgverzekeringen, en in vele welzijnsorganisaties, wordt ingehaald.

Het beeld van een rationele, alles onder controle hebbende mens voldoet niet meer

We leven in een tijd van transitie. We staan aan het begin van de overgang naar een nieuwe cultuur en dat zorgt er ook voor dat steeds meer mensen hun weg niet langer kunnen vinden in een wereld die bepaalde waarden omarmt en andere teniet doen.

De analyse van de uitgangssituatie

Een van de reacties op die veranderingen is de toenemende controle. We zien dat uitvergroot terug in de geestelijke gezondheidszorg waar men door middel van metingen, de kwaliteit van de zorg wil controleren.
Ooit leerde ik op de universiteit - het was in het toen betrekkelijk nieuwe vak andragologie - dat de weg naar verandering begint bij een analyse van de uitgangssituatie. Hij begint bij het begin, niet aan het einde. Om beleid bij te stellen, om in te spelen op de veranderingen in deze tijd en te kijken waar de werkelijke behoeften liggen, dient men niet alleen vooruit te zien. Men dient ook de huidige situatie te analyseren.

Het zijn de uitvallers, degenen die maatschappelijk niet ‘mee kunnen’ die juist veel interessants te melden hebben

Waar het gaat om de beheersing van de kosten voor de ggz, iets waar ik dagelijks mee te maken heb, zou men onderzoek kunnen doen naar de oorzaken van de toenemende vraag i.p.v. van bovenaf in de kosten te gaan snijden.
Men zou dan wellicht uitkomen bij het eenzijdige mensbeeld dat in de maatschappij nog steeds de norm bepaalt en kunnen zien dat steeds meer mensen zich niet langer in dat beeld kunnen vinden. Men zou kunnen beseffen dat de uitvallers, degenen die maatschappelijk niet ‘mee kunnen’ juist veel interessants te melden hebben over die wereld die door de gevestigde orde in stand wordt gehouden. Want in feite laten zij de leemte zien. Zij laten zien waar het in onze maatschappij aan schort.

Zelfrealisatie

Het is de volgende stap op de ladder van Maslow: de behoefte aan zelfrealisatie en zelf actualisatie. Er is een groeiende groep mensen die behoefte heeft aan bezinning, aan eens even stilstaan, aan een zoektocht naar zichzelf. De vragen: ‘Wie ben ik eigenlijk? Wat is de zin van het leven? Waarom ben ik hier?’, die vragen duiken steeds vaker op.

Hoe zou het zijn als de dominante cultuur dergelijke groei zou gaan ondersteunen? Of is het angst dat we nog steeds vasthouden aan het verwerken van de basisbehoeften? Is er maatschappelijk een gebrek aan de ervaring van basisveiligheid?

Het zijn vragen die uitnodigen tot verder onderzoek!

C.I Dessauer: De Droom der Rede, Amsterdam, 1982.
Andreas Burnier

Geplaatst op - lees tijd 7 minutes, 6 seconds.