Wouter ter Braake ontmoet ik op linkedin waar ik lees over een boek dat hij schreef over zijn leven. Ik word nieuwsgierig, schrijf hem een berichtje en koop zijn boek. Zo begon het.

Vliegende vaart

Er kwam een vervolg: hij las een beschrijving van mijn boek op de Bezieling, kocht het, las het in een week uit (450 pag.) en schreef een wervelend verslag. Zijn tempo, die ongelooflijke kracht, die vaart, is dat wat hem typeert?, vraag ik me af. Ik houd hem niet bij. Ik las zijn boek met die prachtige titel: ‘Waar een wil is is een omweg’, met kleine stapjes en werd geraakt door de man die uit dat boek tevoorschijn komt.

Van gekwetste strijdbaarheid, via strijdende woede naar strijdbare liefde, zo zou je in één zin de levensloop van Wouter ter Braake kunnen beschrijven. Opgroeiend in een wereld van geweld en alcoholisme, vond hij nooit een ankerplaats. Boos zoekend, angstig terugdeinzend, een zwervende geest, intelligent maar met teveel onrust in zijn lijf, brengt hij zijn jonge jaren door. Hij maakt zijn opleiding niet af, maar wordt wel de jongste vakbondsleider ooit.

Hij sprak vanuit een door het leven getekend hart voor een zaak die hij nog nauwelijks kon bevatten; zijn ongelooflijke gevoel voor rechtvaardigheid redde hem, zo stel ik het me voor.

Een ruwe bolster

Een ruwe bolster die heen en weer slingert, en al botsend en hotsend zijn pad ontdekt. Zijn grootste botsing is die met een vloer acht meter lager dan de plek waar hij een moment daarvoor nog staat, een val die zijn leven een nieuwe wending geeft.

Een ruwe bolster die heen en weer slingerend zijn pad ontdekt.

Hij begint van onderaf opnieuw te klimmen, via opleidingen en trainingen, van de ene functie naar de andere en wordt opnieuw een leider, een aanvoerder, nu met meer kennis en inzicht, en nog steeds gedreven door zijn gevoel voor rechtvaardigheid met een open hart voor de onderdrukte, de miskende. Dat hart zal hem nooit meer verlaten, maar de onrust die in hem bruist maakt hem ook vermoeid, te vermoeid. Een nieuwe stap is nodig.

Naar binnen

Een lieve vrouw reikt hem een meditatieweekend aan. Er volgen meer, andere workshops. Hij begint zijn ruwe bolster beter te begrijpen, woede en tranen brengen ruimte, inzichten doen de blanke pit die al die tijd al in die bolster zit te wachten tot hij meer kansen zou krijgen, van binnenuit groeien. Hij vlecht zijn draden als schimmels door de bolster heen: de blanke pit en de ruwe bolster gaan een bondgenootschap aan.

Niet langer van de wereld, wel erin.

Een reis naar Tibet, met een rugzak zwoegend door de sneeuw, stijgen en dalen en opnieuw stijgen, op ongekende hoogte, opnieuw uitgeput, maar nu van een inspanning die naar ontspanning, naar overgave leidt. Daar ergens hoog in de bergen, in een dorpje bij een sherpa die zijn vriend geworden was, was hij niet alleen aanwezig bij de inwijding van een nieuwe tempel. Hem wachtte daar een een bijzondere ceremonie. Op een zilveren schaal krijgt hij een beeldje van Avalokiteshvara aangereikt met het verzoek om met dat beeldje driemaal om de tempel heen te lopen en daarna naar binnen te gaan. Monniken en dorpelingen volgen hem onder gerinkel van tal van bellen en het sonore geluid van tal van horens. In de tempel aangekomen, krijgt hij het beeldje als een gift aangereikt.

Gelouterd komt hij de berg af. Niet langer van de wereld, maar wel erin, met beide benen op de grond en met een groot en open hart.

soekja-img-5732-tmb-1400-nc

Ik begon te houden van deze man die ik in zijn boek leerde kennen en stuurde hem dit korte verslag. Het raakte hem: 'Zet het maar ergens op!' Het kwam hier terecht, op mijn eigen website. Ik heb hem inmiddels op zoom ontmoet, en we hadden een boeiende uitwisseling over onze innerlijke reis.

Wouter heeft het boek in eigen beheer uitgegeven. Het is te bestellen bij Pumbo.

Geplaatst op - lees tijd 3 minutes, 10 seconds.