In mijn vorige blog schreef ik over hoe macht in het klein, macht wordt in het groot. Hoe groter de macht, hoe meer anderen je nodig hebt om je macht te kunnen behouden. Mensen, zo schreef ik eerder, worden tot objecten gemaakt, inzetstukken om de macht te kunnen uitoefenen. Wat, o wat, is zo aantrekkelijk aan macht?

Heldenethos

Enkele jaren geleden was ik bij een uitvoering van de ‘Mass of Peace’ van Karl Jenkins in de Nieuwe Kerk in Groningen. Terwijl lied na gezongen lied door de kerk klinkt, worden op de muren van de kerk voortdurend beelden geprojecteerd van marcherende soldaten en fabrieken waar wapentuig wordt gemaakt. Kogels en kanonnen liggen opgestapeld en worden door mensen versjouwd.
Wat gaat er door hen heen als ze al dat wapentuig, bedoeld om te vernietigen, in handen nemen?
Beelden van stram in het gelid lopende soldaten, worden afgewisseld met verdrietig afscheid van geliefden en kinderen en met vermagerde, gewonde soldaten die afgepeigerd en getraumatiseerd terug komen uit de strijd. Waar is dit goed voor, vraag ik me af. Wat maakt dat we vechten?

Wat maakt dat we vechten?

Voor de vrede vechten we. Voor vrijheid en voor vaderland trekken we ten strijde. Wat maakt dat we bereid zijn om ons leven te geven in een strijd die misschien niet eens de onze is? Het leven, waaraan we zo gehecht zijn, lijkt ineens in de schaduw te staan van een soort van heldenethos. ‘Voor het vaderland gestorven’, is een grotere eer, dan de oorlog overleven en met een post traumatisch stress syndroom nutteloos, angstig en depressief op de bank te zitten. Het leven geven voor je geloof, maakt je tot een martelaar. Een held te zijn lijkt een heel aantrekkelijk perpectief.

De macht van het woord

Je kunt ook een held zijn in het woord. Het gesproken en geschreven woord is een machtige speler geworden in onze Westerse cultuur. Als iemand van aanzien iets zegt of als het gedrukt staat in krant of boek, dan is er een sterke neiging om het als waar aan te nemen. Hoe meer mensen de spreker of auteur volgen, hoe groter zijn of haar zeggingskracht wordt. En als dat woord van ‘God’ lijkt te komen, kan het absolute kracht krijgen. In zijn naam zijn duizenden mensen tot de orde geroepen en gedood. Alle drie de grote wereldgodsdiensten waren of zijn er mee behept.
Maar we zien het gebruik van macht ook terug in spirituele groeperingen en New Age bewegingen. Het is gemakkelijker te geloven wat gesproken of geschreven staat, dan wat onze eigen ervaring en intuïtie ons vertelt. Gemakkelijker om mee te gaan met daar waar de macht ligt.

Wat maakt macht zo machtig?
En wat maakt dat we het zo prettig vinden als we macht hebben?
‘Het zit in de natuur, in onze aard’, wordt er gezegd, maar is dat zo?
Is het onze aard om macht uit te oefenen, te beïnvloeden en te overheersen?

Eigenwaarde

Macht bant onzekerheid uit. Macht geeft je het gevoel dat je iemand bent, dat je iets voorstelt, dat je er toe doet. Dat je betekenis hebt. Macht geeft een gevoel van eigenwaarde.
Vóór mij ligt het boek van Oscar David over macht. ‘Macht’, zegt hij, 'bepaalt of je mee mag spelen’. En ik denk terug aan de gymnastiekles waar de sportieven en populairen hun teams kozen en ik altijd als laatste overbleef. Het gevoel dat je er niet bij hoort en letterlijk niet mee mag spelen, geeft een diep gevoel van minderwaardigheid. En dat niet alleen; in de wereld waar macht belangrijk is, krijg je het gevoel dat er echt iets aan jou mis is als je er buiten staat. Dus wordt het zaak om populair te blijven, de macht in je eigen hand te houden.

Macht geeft dus een soort voldoening. Het geeft een goed gevoel te weten dat je in de juiste buurt woont, de juiste vrienden hebt, voldoende geld hebt, aanzien hebt op je werk, dat je kinderen het goed doen op school. Het geeft een goed gevoel omdat dat alles op jou afstraalt. Anderen kijken naar jou op en het gaat er dus ook om dat je het in hun ogen goed doet.

Macht geeft voldoening.

Het lijken eenvoudige vormen van voldoening maar ze grijpen diep in. Het ‘goed doen in de ogen van de ander’ impliceert dat je vergelijkt. In die vergelijking moet je het beter doen dan die ander en de mate waarin je daarin slaagt, bepaalt jouw succes.

Ik groeide op als middenstandskind in een dorp. De middenstand, het woord zegt het al, staat ertussen in. Je wist je plaats: onder de notabelen in het dorp en boven de arbeidersklasse. Het was ‘likken naar boven en trappen naar onder’. Je macht was beperkt, maar binnen je klasse kon je het beter en slechter doen en je moest je positie wel weten te behouden.
Zo blijven we vergelijken, één seconde sneller, kan jou tot winnaar maken van een race. Het geeft een kick als je wint, als het je gelukt is de beste te zijn. Dit is niet alleen een psychologisch gebeuren, het is ook een fysiologische realiteit. Hoe werkt dat?

Macht en de hormonen

Via Oscar David kom ik bij Ian Robertson, een Schotse professor in de neuropsychologie en zijn in het Nederlands vertaalde boek: ‘Het winnaareffect’, Wat succes en macht met onze hersenen doen’.
Wij mensen beschikken over een innerlijke motivatie, een innerlijke drang tot evolutie, tot groei en ontwikkeling. We zien al bij jonge kinderen hoe trots ze zijn en blij als ze iets kunnen. Robertson noemt dat prestatiedrang.
Als deze innerlijke drang tot ontwikkeling wordt aangespoord, worden de cellen in het motivatie- en beloningsnetwerk, in het centrum van ons brein, geactiveerd. Ze geven dopamine af. Dopamine wordt ook wel het beloningshormoon genoemd. Dopamine geeft ons een tevreden gevoel. Hoe groter de ambitie, hoe meer neurale activiteit er diep in de hersenen wordt opgestookt. We worden als het ware fysiek voortgestuwd om te slagen.

Zo worden intrinsieke en externe motivatie met elkaar verbonden.

Deze intrinsieke motivatie, de behoefte om iets te doen vanwege het gevoel van competentie en voldoening, zoekt bevestiging in de buitenwereld. Zo worden intrinsieke en externe motivatie met elkaar verbonden.

Beter dan de ander

In een cultuur van scheiding en macht impliceert ‘het goed doen’: ‘het beter doen dan de ander’. Het betekent winnen. Winnen maakt de kans dat je de volgende keer weer wint, groter. Winnen geeft zelfvertrouwen, maar ook hier spelen neurologische processen een rol.
Testosteron is een hormonale stof die het libido van mannen en vrouwen sterker maakt. Een hoger niveau van testosteron, geeft meer scherpte. Men neemt gemakkelijker risico’s en de kans om te winnen wordt groter. Winnen vergroot vervolgens het aantal receptoren in de hersenen in het vechtersgebied en het motivatienetwerk. Er ontstaan meer receptoren om zowel de dopamine als de testosteron te ontvangen. De fysiologische structuur van de hersenen verandert door meer dopamine en testosteron en dat, aldus Robertson, verklaart het versterken van het winnen.

Contextgebonden

Deze veranderingen zijn, opmerkelijk genoeg, afhankelijk van de context waarin we leven. Het is bekend van onze voetbalwedstrijden: een thuiswedstrijd geeft meer steun en motivatie dan een uitwedstrijd en wordt gemakkelijker gewonnen. De sfeer in een bedrijf, de relatie met collega’s, de opvattingen en visie in een sociale omgeving, in een cultuur en hoe er met emoties wordt omgegaan, dat alles is context. Ze omvat plaats, omgeving, geluiden, atmosfeer. En deze context heeft direct invloed op onze hormoonhuishouding en op onze hersenen. We zijn, aldus Robertson, volledig verbonden met onze omgeving. Tot in onze eiwitten aan toe beïnvloedt onze omgeving ons wezen.
Een prestatiegerichte omgeving zal dus een grotere druk uitoefenen op individuen, zal onze hormoonhuishouding beïnvloeden en we streven naar meer, naar hoger en verder. Maar deze beweging vernauwt onze blik.

Blikvernauwend

Als de macht groter wordt, wordt onze blik scherper. Dopamine en testosteron nemen toe en dat alles verandert onze hersenen zodanig dat ons blikveld vernauwt. Macht maakt egocentrischer en vermindert de neiging om de visie van anderen serieus te nemen. Het vergroot het gevoel dat we controle kunnen uitoefenen over gebeurtenissen die onbeheersbaar zijn en vermindert de neiging om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken. Macht maakt blind voor waarschuwende signalen. Als het verlangen naar macht wordt gehonoreerd, veranderen onze hersenen.

Macht werkt als een drug, ze is verslavend.

De hoge dosis testosteron die door het bloed van een op macht beluste leider stroomt, brengt hem in een roes en hij verlangt naar meer. Macht werkt als een drug, ze is verslavend. Ze gijzelt het beloningssysteem en brengt persoonlijkheidsveranderingen teweeg. En ze heeft als belangrijkste functie het gevoel van eigenwaarde beschermen.

Sexualiteit en Macht

Macht en sexualiteit zijn in onze cultuur haast niet meer los te denken van elkaar. Uiteraard, en gelukkig, zijn er veel individuele ervaringen waarin de ervaring van sexualiteit niet met macht maar met het hart is verbonden, met zachtheid en intimiteit.
Maar helaas gaan macht en sexualiteit vaak samen en ook sexualiteit verhoogt het testosteron in de hersenen. Als macht en sexualiteit een huwelijk aangaan, verdwijnt het realiteitsbesef. Het gaat alleen nog om het eigen gewin en je gevoel van eigenwaarde vraagt om voortdurende bevrediging. En zo ontstaat het risico om, zoals in het geval van Harvey Weinstein, in een zelf geschapen hel te belanden.

Hormonen in de aanloop van de patriarchale cultuur

Laten we, met dit verhaal over de werking van de hormonen, nog eens opnieuw kijken naar de gebeurtenissen die uiteindelijk hebben geleid tot de vorming van een patriarchale cultuur. In mijn blog van 15 april j.l. schreef ik over de confrontatie tussen de nomadenvolkeren en mensen die in nederzettingen leven.
De nomadenvolkeren trokken op hun paarden over de steppen en hoedden hun vee. Ze hadden de dieren getemd en trotseerden storm en regen. Ze kenden als geen ander de confrontatie met de elementen. Een dergelijk leven stimuleert de aanmaak van testosteron en kan je gemakkelijk het gevoel geven een held te zijn.
Op het moment dat de steppen verlaten worden en dat heroïsche leven voorbij is, zijn er nieuwe uitdagingen nodig. Deze worden gevonden in de strijd met de bewoners van de nederzettingen, die, niet gewend aan strijd, een gemakkelijke prooi zijn.
Verslaving aan het gevoel heerser te zijn en te winnen, veroorzaakt geweld, onderdrukking en verkrachting. En zo zijn geweld en sexuele overheersing een grote rol zijn gaan spelen in de opbouw van de patriarchale cultuur.

Dopamine

Zijn sexualiteit en macht de enige manieren om dopamine in de hersenen aan te maken?
Nee, zo blijkt uit een artikel dat ik op het web vind.
“Dopamine wordt niet voortdurend afgegeven, maar het wordt uitgestoten wanneer je dingen doet die volgens de hersenen beloond moeten worden, zoals sporten, eten, seks en verliefd zijn. De afgifte van dopamine brengt een golf van genot teweeg. Het plezierige gevoel dat je krijgt zorgt ervoor dat je het dopamineopwekkende gedrag wilt herhalen. Dingen die een onmiddellijke beloning geven hebben voor de hersenen een grotere waarde dan zaken waar je op de lange termijn wat aan hebt”.
Er volgen, op deze site, een hele rij voedingsstoffen die dopamine verhogend werken, maar daar ligt voor nu niet mijn interesse. Er is één zin die mij raakt en aanspreekt:
‘Dopamine wordt uitgestoten wanneer je dingen doet die volgens de hersenen beloond moeten worden’.
Het is dus de omgeving die onze hersenen programmeert, onze omgeving die bepaalt welk gedrag gewaardeerd en beloond wordt. Zoals Ian Robertson ons voorhoudt: Tot in onze eiwitten aan toe beïnvloedt onze omgeving ons wezen.

We zijn terug bij de patriarchale cultuur en bij de nadruk op winnen en presteren, op het ‘beter doen dan’, op strijd. Het is een cultuur die een dodelijke kant heeft. Willen we overleven, dan zullen we alternatieven moeten vinden. In mijn volgende blog ga ik dat onderzoek aan.
In de juni aflevering van Vive-Levenskunst vind je drie auteurs die in hun columns dit thema ook aansnijden: Jolanda Verburg, Iwankja Geerdink en Jeroen Leenen.

Oscar David: ‘Macht, van instinct naar integriteit’.
Ian Robertson: ‘Het winnaareffect’, Wat succes en macht met onze hersenen doen’.

Geplaatst op - lees tijd 9 minutes, 54 seconds.